Blog

Tendinopathie: Waarom je pees pijn doet — en wat écht helpt Peesklachten komen vaak voor, zowel bij sporters als bij mensen die herhaaldelijke bewegingen maken op het werk. Een pijnlijke pees kan vervelend en beperkend zijn, maar het goede nieuws is dat pezen uitstekend kunnen herstellen — als je ze op de juiste manier belast. Tendinopathieën zijn één van de meest voorkomende overbelastingsletsels van het bewegingsstelsel. Ze komen voor bij sporters, maar ook bij niet-sporters die vaak dezelfde bewegingen uitvoeren (Chimenti et al., 2024). Wat is een tendinopathie? Een tendinopathie is een aandoening van een pees, meestal veroorzaakt door herhaalde of langdurige belasting. Een pees verbindt de spier met het bot en is ontworpen om grote trekkrachten op te vangen. Wanneer de belasting te hoog is of te snel toeneemt, kan het peesweefsel zich niet snel genoeg aanpassen (van der Vlist et al., 2019). Dat leidt tot pijn, stijfheid en soms verminderde kracht. Bekende voorbeelden zijn: Achillespeesklachten bij lopers Kniepeesproblemen (jumper’s knee) bij springers Tenniselleboog bij herhaalde onderarmbelasting Schouderpeesklachten (rotator cuff) bij bovenhandse activiteiten In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is er bij tendinopathie meestal geen echte ontsteking aanwezig. De pijn komt niet door schade die “hersteld” moet worden, maar door een veranderde gevoeligheid en verminderde belastbaarheid van de pees (Rio et al., 2015). Hoe herken je een tendinopathie? Een tendinopathie ontstaat meestal geleidelijk, zonder plots trauma. Typische klachten zijn: Pijn bij het opstarten van een beweging (bv. ’s ochtends of bij de eerste stappen) Pijn bij belasting van de pees (lopen, springen, duwen, tillen, …) Stijfheid die afneemt bij bewegen maar terugkomt na rust Soms een lokale verdikking of gevoeligheid bij druk In gevorderde gevallen: verminderde kracht of explosiviteit Pijn ontstaat vaak tijdens of na activiteit en kan geleidelijk aanhouden. Een goed onderscheid met andere oorzaken van pijn is belangrijk, daarom kan een arts of kinesitherapeut helpen om dit klinisch te beoordelen Hoe vaak komt het voor? Tendinopathieën zijn verrassend frequent: Bij lopers ontwikkelt tot 30 % ooit een Achillespees-tendinopathie (Wang et al., 2022). In recreatieve sporters ligt de prevalentie rond 20 % (Docking et al., 2021). Schouderpeesklachten (rotator cuff-tendinopathie) komen voor bij 15 – 30 % van de bevolking (Teunis et al., 2014; Hinsley et al., 2022). De tenniselleboog (laterale elleboogtendinopathie) treft jaarlijks ongeveer 1–3 % van de volwassenen (Sanders et al., 2015). In de eerstelijnspraktijk zoekt ongeveer 16 op 1.000 patiënten per jaar hulp voor een tendinopathie van het onderste lidmaat (van der Vlist et al., 2019). Kortom: peesklachten zijn veelvoorkomend — bijna iedereen krijgt er vroeg of laat wel eens mee te maken. Hoe ontstaat een tendinopathie? Een pees reageert op belasting door sterker te worden — maar dat gebeurt traag (Chimenti et al., 2024). Wanneer de belasting te snel stijgt of het herstel onvoldoende is, raakt de balans tussen belasting en herstel verstoord. Dat kan gebeuren door: Een plotse toename in trainingsintensiteit of frequentie Langdurige herhaalde belasting zonder voldoende rust Verminderde spierkracht of stabiliteit Leeftijdsgebonden veranderingen in peesweefsel De pijn betekent niet dat de pees “kapot” is, maar dat ze overprikkeld en gevoeliger is geworden (Rio et al., 2015). De rol van oefentherapie Oefentherapie is de hoeksteen van de behandeling bij tendinopathieën (Breda et al., 2021; Pavlova et al., 2023). Het doel is niet enkel pijnvermindering, maar vooral het hertrainen van de belastbaarheid van de pees. Zowel isometrische (statische) als isotone (dynamische) oefeningen kunnen pijndempend werken (Rio et al., 2015; Vang & Eichinger, 2020). Het belangrijkste is dat de oefeningen gecontroleerd, consistent en progressief worden opgebouwd. In het begin ligt de focus op pijncontrole en vertrouwen in beweging. Daarna worden de oefeningen stelselmatig zwaarder om de pees en omliggende spieren sterker te maken. Uiteindelijk volgen functionele of sport-specifieke oefeningen om terug te keren naar het gewenste activiteitsniveau (Cordeiro et al., 2024). Een tendinopathie betekent niet altijd dat je volledig moet stoppen met sporten. Vaak kunnen sporters hun activiteit aangepast blijven uitoefenen, zolang de belasting zorgvuldig wordt afgestemd op wat de pees aankan (Chimenti et al., 2024). Die combinatie van gerichte oefentherapie en aangepaste training zorgt voor het beste herstel, zonder de nadelen van volledige inactiviteit. Wat helpt níet bij tendinopathie? Niet elke behandeling heeft hetzelfde effect. Volgens recente richtlijnen en systematische reviews (Chimenti et al., 2024; Challoumas et al., 2023): Volledige rust of immobilisatie → Dit verzwakt de pees en vertraagt herstel. Beweging is noodzakelijk om aanpassing te stimuleren. Passieve behandelingen zonder oefencomponent → Fricties, massage, dry needling of shockwave kunnen tijdelijk verlichting geven, maar lossen de verminderde belastbaarheid niet op (Pavlova et al., 2023). Cortico-injecties of ontstekingsremmers → Kunnen pijn kortdurend verminderen, maar hebben geen duurzaam effect op peesweefsel en kunnen het herstelproces zelfs vertragen (Breda et al., 2021). Te snelle opbouw of “door de pijn heen trainen” → Dat kan de gevoeligheid versterken in plaats van verbeteren. Kort gezegd: bewegen is noodzakelijk, maar slim bewegen is cruciaal. Hoe lang duurt herstel? Een pees past zich traag aan. Het herstelproces duurt meestal meerdere maanden, vaak tussen 3 en 12 maanden (Pavlova et al., 2023; Chimenti et al., 2024). De eerste verbeteringen — minder pijn en meer vertrouwen in bewegen — komen vaak binnen enkele weken, maar het volledige herstel van peeskwaliteit en kracht vraagt tijd en consistentie. Kinesitherapie helpt om dit proces te begeleiden met een oefenprogramma dat stap voor stap de juiste prikkel geeft, zonder overbelasting. Samengevat Een tendinopathie is geen ontsteking, maar een aanpassingsprobleem van de pees aan herhaalde belasting. Rust helpt zelden — gecontroleerde beweging en progressieve oefentherapie zijn de sleutel tot herstel. De boodschap is eenvoudig: Begrijp de oorzaak Bouw belasting slim op Beweeg met vertrouwen Een pijnlijke pees hoeft geen reden te zijn om stil te vallen. Met de juiste begeleiding kan je blijven bewegen én herstellen tegelijk.
Schouderpijn: drie types, drie aanpakken Schouderpijn is een van de meest voorkomende musculoskeletale klachten. Het kan plots ontstaan of geleidelijk opkomen, en vaak is het lastig om precies aan te wijzen waar de pijn vandaan komt. De schouder is een complex gewricht dat veel beweegt en tegelijk stabiliteit moet behouden. Daarom kunnen verschillende structuren — spieren, pezen, gewrichtskapsel of banden — bijdragen aan pijnklachten. Toch is schouderpijn niet één enkel probleem met één oplossing. In de meeste gevallen kunnen we de klachten indelen in drie hoofdcategorieën. Die indeling helpt om beter te begrijpen wat er aan de hand is en wat je eraan kunt doen. De stijve schouder Bij de stijve schouder is er vooral sprake van bewegingsbeperking. De schouder voelt strak of vast aan, en bepaalde bewegingen, zoals iets boven je hoofd reiken of achter je rug, lukken niet meer goed. Vaak is de pijn het hevigst op het einde van de beweging. Dit type komt vaak voor bij: Een frozen shoulder (adhesieve capsulitis), Na een periode van immobilisatie, bijvoorbeeld na een operatie of arm in gips. De behandeling richt zich op geleidelijke mobilisatie en beweging binnen de comfortzone. Rust helpt niet; gecontroleerd bewegen wél. De stijfheid verdwijnt meestal langzaam, maar met de juiste begeleiding komt de beweeglijkheid stap voor stap terug. De pijnlijke schouder Hier is de bewegingsvrijheid normaal, maar er is pijn bij bepaalde houdingen of bij belasting. De pijn ontstaat vaak door overbelasting of een tijdelijke irritatie van spieren of pezen. Veelvoorkomende voorbeelden zijn: Rotator cuff-gerelateerde pijn, Subacromiaal pijnsyndroom (vroeger vaak “impingement” genoemd). De aanpak bestaat uit rustig opbouwen van belasting. Dat betekent niet stilzitten, maar juist bewegen binnen de pijngrens en geleidelijk versterken. Geruststelling is hierbij belangrijk, pijn betekent niet dat er schade is. Met oefentherapie en een goed opgebouwd trainingsschema kunnen de meeste mensen hun klachten sterk verminderen en weer normaal functioneren. De onstabiele schouder De onstabiele schouder voelt “los” of “onzeker” aan, en kan soms zelfs uit de kom schieten of klikken bij bewegen. Deze vorm van schouderpijn komt meestal voor: Na een trauma of schouderluxatie, Bij mensen met van nature soepele of hypermobiele gewrichten. De focus ligt hier op stabiliteit en controle. Door gerichte oefentherapie wordt de schouder sterker en leert ze beter omgaan met de grote bewegingsvrijheid. Het doel is om kracht en coördinatie op te bouwen zodat het gewricht stabiel blijft tijdens dagelijkse en sportieve activiteiten. De sleutel: begrijpen en bewegen Niet elke schouderpijn is hetzelfde en dus bestaat er ook geen universele behandeling. Wat wél werkt, is begrijpen wat er aan de hand is en gericht bewegen in plaats van vermijden. Veel mensen maken de fout om te lang te rusten of pijnlijke bewegingen volledig te vermijden. Daardoor verzwakken de spieren, neemt de beweeglijkheid af en blijft de pijn langer aanwezig. Een actieve, stapsgewijze aanpak zorgt juist voor: Minder pijn, Betere functie, Meer vertrouwen in bewegen. Beweging is veilig, zelfs als het wat ongemakkelijk voelt. De rol van kinesitherapie Een kinesitherapeut helpt niet alleen om de juiste oefeningen te kiezen, maar ook om te begrijpen waarom die werken. Door educatie, oefentherapie en begeleiding op maat herstel je niet alleen van je huidige klachten, maar voorkom je ook dat ze terugkeren. Kinesitherapie richt zich niet op “snelle oplossingen”, maar op duurzaam herstel: het verbeteren van kracht, controle en vertrouwen in je lichaam. Samenvattend Schouderpijn kan zich op verschillende manieren uiten: De stijve schouder, met beperkte beweeglijkheid; De pijnlijke schouder, die overbelast of geïrriteerd is; De onstabiele schouder, die te soepel of verzwakt aanvoelt. Elke schouder vraagt een andere aanpak, maar één principe blijft altijd hetzelfde: beweging, begrip en geleidelijke opbouw zijn de sleutel tot herstel. Je schouder is sterk en veerkrachtig. Geef ze tijd, vertrouwen en de juiste begeleiding — en ze komt weer helemaal in balans!
Acute lage rugpijn: vervelend, maar zelden ernstig Bijna iedereen krijgt ooit te maken met lage rugpijn. Het komt vaak plots op, zonder duidelijke aanleiding: bij het bukken, tillen, of zelfs gewoon bij het opstaan. Het kan heftig aanvoelen en zorgen voor ongerustheid, maar gelukkig is het in de meeste gevallen geen teken van iets ernstigs. Wat bedoelen we met acute lage rugpijn? Met acute lage rugpijn bedoelen we pijn in de onderrug die korter dan zes weken aanwezig is. Soms straalt de pijn wat uit naar de bil of het bovenbeen, maar meestal blijft ze beperkt tot de onderrug. In ongeveer 90 % van de gevallen spreken we van niet-specifieke lage rugpijn. Dat betekent dat er geen duidelijke structurele oorzaak is, zoals een hernia of fractuur. De pijn ontstaat vaak door een combinatie van factoren: tijdelijke spierspanning, overbelasting, verminderde beweeglijkheid, stress of een ongewone beweging. Slechts ongeveer 10 % van de gevallen is specifiek, waarbij er wel een aantoonbare oorzaak is – bijvoorbeeld een hernia met zenuwcompressie, een wervelfractuur, infectie of inflammatoire aandoening. Wanneer er symptomen zijn zoals krachtverlies in het been, gevoelloosheid, onverklaard gewichtsverlies, koorts of hevige nachtelijke pijn, spreken we van rode vlaggen. In die gevallen is verder medisch onderzoek nodig. Voor de overgrote meerderheid geldt echter: je rug is niet kapot – ook al voelt het even zo. Wat kan je zelf doen? Het belangrijkste advies bij acute lage rugpijn is: blijf bewegen binnen je pijngrens. Langdurige rust of bedlegerigheid doet meer kwaad dan goed. Het verzwakt spieren, vermindert beweeglijkheid en vertraagt het herstel. Beweging daarentegen stimuleert de doorbloeding, bevordert het herstel en helpt je rug weer vertrouwen te krijgen in bewegen. Probeer je dagelijkse activiteiten zo normaal mogelijk verder te zetten. Wissel houdingen af, vermijd langdurig zitten of liggen, en doe lichte activiteiten zoals wandelen of fietsen. Warmte op de onderrug kan helpen om gespannen spieren te ontspannen. Ontstekingsremmers mogen tijdelijk gebruikt worden als dat nodig is, maar is zelden een langdurige oplossing. Kortom: blijf in beweging, maar luister naar je lichaam. De rol van kinesitherapie Kinesitherapie is een essentieel onderdeel van het herstelproces bij acute lage rugpijn. Niet omdat er “iets moet rechtgezet worden”, maar omdat de focus ligt op educatie, beweging en vertrouwen in het lichaam. Tijdens een consultatie screent de kinesitherapeut eerst grondig om ernstige oorzaken uit te sluiten. Vervolgens krijg je duidelijke uitleg over wat er aan de hand is – die geruststelling alleen al kan een groot verschil maken. Daarna volgt een actieve aanpak met oefeningen die gericht zijn op mobiliteit, stabiliteit en kracht. Daarnaast helpt de kinesitherapeut bij het hervatten van dagelijkse of sportieve activiteiten en geeft hij advies om herval te voorkomen. Uit onderzoek blijkt dat mensen die vroeg starten met kinesitherapie: Sneller herstellen Minder pijn ervaren Minder kans hebben op terugkerende episodes Kinesitherapie is dus niet alleen ondersteunend, maar ook preventief belangrijk. Hoe ziet het herstel eruit? De vooruitzichten bij acute lage rugpijn zijn uitstekend. De meeste mensen herstellen binnen enkele weken, zelfs zonder intensieve behandelingen. Bij sommigen blijven de klachten iets langer aanwezig, maar dat betekent zelden dat er iets ernstigs aan de hand is. Een actieve aanpak en voldoende beweging versnellen het herstel en verkleinen de kans dat de pijn opnieuw opduikt. Het doel van kinesitherapie is niet enkel om pijn te verminderen, maar vooral om het vertrouwen in bewegen te herstellen. Je rug is sterk, veerkrachtig en gemaakt om te bewegen — dat is de kern van herstel. De essentie Acute lage rugpijn is erg vervelend, maar in ongeveer 9 op de 10 gevallen onschuldig. Beweging, educatie en een actieve aanpak zijn de sleutels tot herstel. Kinesitherapie speelt daarin een centrale rol: door duidelijke uitleg, gerichte oefentherapie en ondersteuning help je je rug niet alleen herstellen, maar ook sterker terugkomen. Blijf bewegen, blijf vertrouwen en geef je rug de tijd — herstel is de regel, niet de uitzondering.

IJs bij acute blessures: wanneer wel en wanneer niet? Jarenlang was het RICE-protocol (Rest, Ice, Compression, Elevation) hét standaardadvies bij acute blessures. Een enkel verstuikt? IJs erop. Spier verzwikt? IJs erop. Het idee was logisch: door te koelen zou de zwelling beperkt blijven, de pijn verminderen en het herstel versnellen. Maar ondertussen weten we beter — het verhaal is genuanceerder geworden. Van RICE naar PEACE & LOVE Recent onderzoek toont aan dat koeling en langdurige rust niet altijd helpen. Het lichaam heeft namelijk een eigen herstelmechanisme: een gecontroleerde ontstekingsreactie die zorgt voor genezing van weefsels. Te veel rust of overmatig koelen kan die natuurlijke reactie afremmen. Daarom heeft men het klassieke RICE-principe grotendeels verlaten, en vervangen door het PEACE & LOVE-protocol. Dat legt de nadruk op actief en aangepast herstel in plaats van passieve symptoombestrijding. Het nieuwe PEACE & LOVE-protocol PEACE (acute fase) P – Protect: Bescherm het geblesseerde gebied kortdurend, maar vermijd volledige immobilisatie. E – Elevate: Leg het lichaamsdeel eventueel wat hoger om de circulatie te bevorderen. A – Avoid anti-inflammatories: Ontstekingen zijn deel van het herstel; het onderdrukken ervan kan het proces vertragen. C – Compress: Gebruik drukverband om zwelling te beperken. E – Educate: Begrijp wat er in je lichaam gebeurt – kennis vermindert angst en bevordert herstel. LOVE (na de acute fase) L – Load: Begin zo snel mogelijk weer te belasten, binnen de pijngrens. O – Optimism: Een positieve ingesteldheid heeft een aantoonbaar effect op het herstel. V – Vascularisation: Lichte, pijnvrije bewegingen stimuleren de doorbloeding. E – Exercise: Gerichte oefentherapie herstelt kracht, coördinatie en stabiliteit. Wat betekent dat voor het gebruik van ijs? Het is belangrijk om te begrijpen dat ijs niet “verboden” is, maar ook niet altijd nodig. Koeling heeft voornamelijk een pijnstillend effect en kan in sommige situaties nuttig zijn — maar het versnelt het herstel meestal niet. IJs kan nuttig zijn: Bij hevige zwelling, bijvoorbeeld na een enkelverstuiking. → De zwelling kan bewegen moeilijk maken, en kortdurend koelen kan dat tijdelijk verlichten. Na een operatie, zoals een voorste kruisbandreconstructie (ACL) of knie-ingreep. → IJs kan pijn verminderen en helpen om de quadriceps (bovenbeenspier) opnieuw te activeren. IJs is minder zinvol: Bij lichte tot matige acute blessures zonder uitgesproken zwelling. → Het natuurlijke ontstekingsproces helpt bij herstel; te veel koeling kan dat afremmen. Wanneer het als standaardreactie wordt gebruikt bij elke blessure, zonder doel of tijdsbeperking. De essentie Het gebruik van ijs mag gerust genuanceerd bekeken worden. IJs kan nuttig zijn om pijn te verlichten of zwelling tijdelijk te beperken, maar het is geen noodzakelijk onderdeel van elk herstelproces. Het belangrijkste blijft: Bescherm kort, maar blijf zo snel mogelijk in beweging. Vertrouw op je lichaam en bouw geleidelijk terug op. Combineer rust met een actieve revalidatie-aanpak volgens het PEACE & LOVE-principe. Samenvatting Het klassieke “ijs erop en rusten” maakt plaats voor actieve revalidatie. Gebruik ijs doordacht en tijdelijk, enkel als het functioneel iets toevoegt aan je herstel. Het echte herstel gebeurt door bewegen, belasten en vertrouwen op je lichaam – met begeleiding wanneer nodig.